Beroepsgebonden ziekte van Lyme

De ziekte van Lyme is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia Burgdorfi (BB). Mensen lopen de ziekte op door een beet van een met deze borrelia besmette teek. De bacterie verspreidt zich vervolgens in het lichaam en kan allerlei delen daarvan aantasten. De klachten kunnen in bepaalde gevallen lang aanhouden en serieuze consequenties hebben voor de gezondheid.

De afgelopen jaren heeft de ziekte van Lyme zich wereldwijd uitgebreid over een groot gebied. Dat hangt samen met de opwarming van het klimaat, ontbossing en verandering in neerslagpatronen en milieuvervuiling. Hierdoor zijn de omstandigheden op veel plaatsen gunstiger geworden voor teken. Meer actieve teken betekent ook een hogere kans op meer besmette teken en daarmee op door teken veroorzaakte aandoeningen zoals de ziekte van Lyme.

Werk en Lyme

Het risico om de ziekte van Lyme op te lopen tijdens het werk is met name hoog bij mensen die buitenshuis werken, met name bij werken in de natuur. Recent is een uitgebreide literatuurstudie (Magnavita et al. 2022) verschenen waarin gekeken is naar welke beroepsgroepen vooral een risico lopen. Hierbij is onder meer gekeken naar de ziekte, maar ook naar het voorkomen van antilichamen tegen BB. Het tweede doel van de studie was het opsporen van risicofactoren binnen beroepen om aangrijpingspunten te hebben voor preventie.

Foto van mariohagen op pixabay

De onderzoekers hebben gezocht in de databases PubMed/Medline, Web of Science, Scopus en Google Scholar naar Engelstalige artikelen over de ziekte van Lyme verschenen tussen 2002 en 2021. Van de 1125 studies zijn er na ontdubbeling, bestudering van titel en abstract en in 135 gevallen de volledige tekst, uiteindelijk 35 opgenomen in het systematische literatuuronderzoek. Met de gegevens uit 15 studies is een meta-analyse uitgevoerd.

Studies vooral uit Europa

25 van de 35 studies zijn uitgevoerd in de bosbouw en bij boeren. De andere tien in gemengde groepen van bosbouw medewerkers, soldaten, politieagenten, jagers, tuinonderhoud medewerkers en veeartsen. De ruime meerderheid (31) van de studies komen uit Europa: 8 uit Polen, 5 uit Italië, 4 uit Turkije en verder uit Duitsland, België, Finland, Slowakije, Hongarije, Servië, Frankrijk en Spanje. Daarnaast 2 uit Noord en Centraal Amerika en 2 uit Azië. Elf studies stammen uit de eerste tien jaar (2002 – 2011) en de rest is van recenter datum.

In alle studies is gekeken naar het voorkomen van antilichamen tegen BB. In 23 studies is ook gevraagd naar klachten en symptomen en in 5 studies is lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Daar waar gekeken is naar de aanwezigheid van ziekteverschijnselen bij een positieve test op antilichamen, blijkt het percentage mensen met klachten uiteen te lopen van laag (percentages tussen 6 en 13%), via midden (28%) naar hoog (63%). Dit maakt duidelijk dat lang niet iedereen die seropositief is voor Lyme ook klachten heeft.

Seroprevalentie

De seroprevalentie van BB is onder buitenwerkers in deze studies 20,5%. De meta-analyse waarin 15 studies met in totaal 3932 mensen zijn opgenomen laat een significant verhoogd risico zijn bij beroepsgebonden taken buitenshuis (Odds Ratio OR = 1,93 met 95% betrouwbaarheidsinterval 1,15 – 3,23). Het risico voor mensen die werken in de bosbouw en in agrarische beroepen is hoger; OR = 2,36 met 95% BI 1,28 – 4,34). Hierbij is de seroprevalentie van BB wel aanzienlijk hoger in de bosbouw (25%) dan in de agrarische beroepen (14%). In de overige beroepsgroepen (vee-artsen, fokkers, soldaten) hebben een niet-significant verhoogd risico; OR = 1,05 met 95% BI 0,28 – 3,88).

Interessant is dat het samengestelde risico in de studies tussen 2002 en 2011 aanzienlijk en significant hoger ligt dan in meer recente studies: respectievelijk OR = 3,03 (95% BI 1,39 – 6,61) tegenover OR = 1,08 (95% BI 0,63 – 1,85).

Risicofactoren in het werk

Contact met teken of met dieren die teken bij zich dragen vormen een risico. Bij uitstek geldt dat voor voortdurend of regelmatig werk in bosrijke omgevingen. En dan vooral in het tekenseizoen tussen maart en november. Dit zorgt voor het grootste risico, zowel in endemische (waar de teken veelvuldig voorkomen) als in niet-endemische gebieden.

Hierbij gaat het niet zozeer om het onderdeel zijn van de beroepsgroep, maar vooral om de uitgevoerde taken en de werksituatie. Vooral handwerk in bossen levert veel risico op. Daarnaast zijn niet-werkgerelateerde activiteiten in de buitenlucht van invloed zoals buiten eten, recreatie in de natuur en tuinieren. Opvallend genoeg is het risico in loofbossen groter dan in naaldbossen.

Naarmate iemand ouder is en/of meer jaren buiten werkt en recreëert, loopt het risico op seroprevalentie voor BB op. Voor wie meer dan een of twee tekenbeten per jaar rapporteert, bestaat een duidelijk grotere kans op positieve seroprevalentie.

Aan de andere kant blijkt dat voor wie zich bewust is van het risico op tekenbeten en veiligheidsmaatregelen maatregelen neemt, het risico aanzienlijk vermindert. Denk aan:

  • Het bedekken van de huid, waar nodig met tekenwerende kleding (geïmpregneerde broeken, sokken etc.)
  • Iedere dag douchen en checken op tekenbeten
  • Teken met een tekentang direct verwijderen

De onderzoekers concluderen dat campagnes waarin buitenwerkers in endemische gebieden bewust worden gemaakt van risico’s en maatregelen om die in te perken, bijzonder zinvol zijn.

Bron

Magnavita, N., Capitanelli, I., Ilesanmi, O., & Chirico, F. (2022). Occupational Lyme Disease: A Systematic Review and Meta-AnalysisDiagnostics12(2), 296.

Lees ook:

Lyme als beroepsziekte

Ziekten overgebracht door teken

Series Navigation<< Alfa-galsyndroom en vlees allergie als beroepsrisico