In de voortgaande overgang naar meer opwekking van duurzame energie spelen windmolens een belangrijke rol. Op tal van plaatsen, zowel in zee als op het land worden windmolenparken aangelegd. Deze ‘nieuwe’ windindustrie ontwikkelt zich snel, maar er is nog weinig bekend over de specifieke werkrisico’s in deze sector. Daarom in het net verschenen review van Karanikas et al. (2021) interessant. Het zet aan de hand van systematisch literatuuronderzoek de beroepsrisico’s in de windindustrie op een rij in een vrij toegankelijk artikel.
Niet alleen groeit het aantal windmolens of eigenlijk windturbines in hoog tempo, de installaties worden ook steeds hoger en complexer. En daarmee is ook het onderhoud aan de windturbines een steeds grotere uitdaging. In de sector werken veel werknemers die zeer flexibel inzetbaar moeten zijn. En die werken in talloze contractvormen en samen met collega’s van allerlei nationaliteiten. Deze mensen kunnen zeer verschillend zijn opgeleid en zijn niet allemaal voldoende getraind in gezond en veilig werken.

Systematisch literatuuronderzoek
In dit systematische review is gekeken naar de hele cyclus van aanleg, onderhoud en ontmanteling van windturbines zowel op zee als op het land. Er is vooral gekeken naar eventuele gezondheidsrisico’s en niet zozeer naar de veiligheidsrisico’s omdat daarover al veel meer bekend is. Zowel de wetenschappelijke literatuur als industriële en andere rapporten (“grijze literatuur”) zijn door een team van zes onderzoekers gezocht en bekeken. Dit levert een exploratief verhalend overzicht op van de beroepsrisico’s in de windindustrie.
Hierbij worden achtereenvolgens besproken:
Lawaai
Hier wordt gewezen op mogelijk te hoge geluidsniveaus tijdens de aanleg en onderhoud van windturbines, vooral door het gebruik van machines en gereedschap. Daarnaast wordt ingegaan op hinder van geluid, ook van omwonenden en de mogelijke nadelige effecten van blootstelling aan hoog frequent dan wel laag frequent geluid. Hoewel hierover relatief veel geschreven is, stellen de auteurs dat er tot op heden geen wetenschappelijke onderbouwing is voor het optreden van gezondheidsklachten door hoog of laag frequent geluid. Intussen zijn er aanwijzingen dat het geluid van windturbines voor omwonenden hinder kan opleveren. En zelfs tot slaapproblemen zou kunnen leiden.
Trillingen, vibratie
Blootstelling aan trillingen kan voorkomen bij aanleg en onderhoud van windturbines. Het gebruik van machines en handgereedschap kan leiden tot hand-arm trillingen en ‘whole body vibration'(WBV). Daarnaast zullen mensen die aan offshore-turbines werken ook blootstaan aan trillingen tijdens het transport van en naar de platforms (Helikopters). Hierbij spelen ook weersinvloeden een rol.
Elektromagnetische velden
Op windturbines en windturbineparken zijn allerlei mogelijk bronnen van elektromagnetische velden (EMF): de turbines zelf, generatoren, hoogspanningsleidingen etc. Desondanks lijkt bij metingen dat de veldsterkte in deze industrie over het algemeen laag is en onder de normen blijft waarmee ze een langetermijnrisico zou vormen op kanker. Er is overigens meer literatuur over dit onderwerp gericht op omwonenden, dan op werkenden.
Schaduwflikkering
Dit is een risico dat specifiek is voor windmolens en wordt veroorzaakt door de lichtval op de draaiende turbinebladen. Het heeft te maken met de stand van de zon en wordt vooral ervaren binnen een afstand van 300 m van de windmolen. Het kan hinder opleveren voor omwonenden en werknemers. Mensen kunnen klagen over hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid, maar er is weinig bewijs dat dit door de schaduwflikkering zou komen. De frequentie ligt doorgaans tussen 0,5 en 1 Hz en dat is ruim lager dan de voor epilepsie eventueel risicovolle 3 Hz of hoger. Kleinere windmolens die doorgaans sneller draaien zouden meer overlast geven dat hoge, langzamer draaiende windmolens.
Chemische blootstelling
Zowel bij de productie als het onderhoud van windturbines bestaat er risico voor blootstelling aan risicovolle chemische stoffen via damp of stof, vooral door inademing of contact met de huid. Er wordt volop gewerkt met glasvezel versterkte kunststoffen en daarmee kunnen door manipulatie, zagen, oppervlaktebewerkingen en verhitting gevaarlijke dampen en stof ontstaan. Veel gebruikt worden epoxyharsen met styreen en allerlei andere additieven. Verschillende onderzoeken tonen aan dat huidklachten, al dan niet met een allergie als oorzaak onder medewerkers in de windindustrie relatief vaak voorkomen.
Fysieke belasting en het risico op spier- en gewrichtsklachten
Aanleg en onderhoud aan windturbines is relatief zwaar fysiek werk. Alleen al het regelmatig klimmen en dalen op de mast, bepakt met gereedschap is fysiek belastend. Onderzoek onder werknemers in de offshore-industrie laat dan ook relatief hoge percentages spier- en gewrichtsklachten zien.
Weersafhankelijke risico’s
Er is nog nauwelijks literatuur over specifieke weersinvloeden in de windindustrie. Maar duidelijk is wel dat wind een belangrijke factor is. Ook het risico om getroffen te worden door de bliksem is bij werken hoog in een windmolen een serieus risico. Daarnaast kan ook het werken in zeer koude of zeer warme weersomstandigheden gezondheidsrisico opleveren. In Yukon in Canada kan het -40 graden zijn, in Australië soms wel 48 graden. Werken in dergelijke extreme temperaturen kan mensen fysiek en mentaal kwetsbaarder maken, ook voor ongevallen. Bovendien maken dergelijke temperaturen ook het werk zelf vaak zwaarder. Denk aan bevroren onderdelen en verbindingen.
Biologische risico’s
Op het eerste gezicht lijken de biologische risico’s van werknemers in de windindustrie niet hoog. Toch kunnen in speciale situaties wel risico’s ontstaan. In het review wordt gesproken over bouwen in agrarische omgeving, offshore werk waarbij gedoken moet worden, de risico’s van het gebruik van oppervlaktewater en de noodzaak om offshore drinkwater op te slaan.
Discussie
De onderzoekers benadrukken dat de windindustrie relatief jong is. Ook zijn een aantal van de beroepsrisico niet uitsluitend aanwezig in deze industrie. Er zijn overeenkomsten met andere sectoren zoals de Offshoreindustrie en de Bouw. Een tot nu toe onderbelicht aspect in de literatuur is het weer afbreken van windturbines zodat er nog weinig bekend is over de risico’s die dat met zich mee zou brengen. Ook over het hergebruik van materialen voor andere doelen (bijvoorbeeld rotorbladen in speeltuinen) is nog weinig bekend.
In de discussie wordt verder ingegaan op de hierboven benoemde beroepsrisico’s waarbij wordt aangegeven waar meer onderzoek nodig is en welke aanbevelingen nu al zouden kunnen worden gedaan. Gezien de groei van de sector is er volgens de onderzoekers vooral aandacht nodig voor de specifieke lichamelijke belasting van werknemers in deze sector in relatie tot de zeer uiteenlopende weersomstandigheden. Hierbij moet nadrukkelijk ook het vervoer van en naar het windmolenpark worden betrokken, al geldt dit vooral voor de offshore parken.
Samenwerking tussen overheid, industrie en wetenschappelijke instituten is van belang om de risico’s in kaart te brengen en te zorgen dat werknemers in de windindustrie ook op termijn veilig en gezond kunnen werken.
Bron
Karanikas, N., Steele, S., Bruschi, K., Robertson, C., Kass, J., Popovich, A., & MacFadyen, C. (2021). Occupational health hazards and risks in the wind industry. Energy Reports, 7, 3750-3759.