Ziektebeeld
Bij allergische rhinitis komen de volgende klachten voor: loopneus, niezen, verstopte neus, vaak samen met jeukende branderige ogen. Verder kunnen de klachten ook vergezeld gaan van verschijnselen van astma zoals een piepende ademhaling en benauwdheid. De klachten treden op in aansluiting op blootstelling aan bepaalde stoffen in het werk en nemen af tijdens vrije dagen. Zij zijn het gevolg van het optreden van een allergische reactie in het neusslijmvlies.
De klachten kunnen bij steeds weer terugkerende blootstelling een chronisch karakter krijgen. Bij 1/3 van de mensen met een door het beroep veroorzaakte allergische rhinitis, ontwikkelt zich bij voortzetting van de blootstelling in een later stadium beroepsastma.
Naast de allergische reactie op de specifieke stof kan ook een toegenomen gevoeligheid van het neusslijmvlies optreden voor niet specifieke prikkels zoals sprays, parfums, schoonmaakmiddelen, formaline en andere irriterende dampen.
Oorzaken
Blootstelling aan bepaalde allergenen (stoffen waarvoor men overgevoelig kan worden) in de werksituatie zoals meel, latex, enzymen, stuifmeel en andere eiwitten van dierlijke of plantaardige oorsprong.
Mensen met atopie zijn verhoogd gevoelig en ontwikkelen dus sneller een allergie. Atopie is een erfelijke aanleg voor het krijgen van een allergie. Mensen met atopie maken een bepaald soort antilichamen (beschermende eiwitten) aan als reactie op blootstelling aan lage concentraties van heel gewone stoffen die in de omgeving aanwezig zijn. De overdreven afweerreactie die volgt na het contact met de betreffende stof (allergeen), kan problemen opleveren in verschillende delen van het lichaam (longen, huid en neus). Mensen met atopie hebben vaak een allergie voor bekende dingen als huisstofmijt of bepaalde dieren. Zij kunnen daar ook neusklachten door hebben.
Diagnostiek
De diagnose werkgebonden allergische rhinitis wordt in de eerste plaats gesteld op grond van het kenmerkende patroon van werkgerelateerde klachten: tijdens of na het werk klachten, afnemend op vrije dagen.
- Aanvullend onderzoek van het neusslijmvlies en piekstroomregistratie van de neusademhaling na blootstelling aan de stof die mogelijk de oorzaak is.
- Onderzoek naar allergie (huidtesten, bloedonderzoek naar antistoffen).
- Onderzoek naar de aanwezigheid van atopie.
- Werkplekbeoordeling met speciale aandacht voor blootstellingsmogelijkheden aan mogelijke allergenen.
Vóórkomen
Werkgebonden allergische rhinitis (neusklachten) kan zich vooral voordoen in sectoren en beroepen met blootstelling aan eiwitten van plantaardige of dierlijke oorsprong.
Bekende voorbeelden zijn:
- bakkers
- tuinders
- dierenverzorgers
- wasmiddelindustrie (enzymen)
- gezondheidszorg (latex)
- pluimveesector
- genotsmiddelenindustrie (theestof, tabaksstof).
Preventie
Blootstelling zo klein mogelijk maken door stofbestrijding (bronbestrijding, technologische aanpassingen, goede afzuiging, persoonlijke bescherming, goed onderhoud en schoonmaken).
Vroeg opsporen van klachten (vroegdiagnostiek) via periodiek onderzoek op klachten en allergieontwikkeling.