Ziektebeeld
Teveel lawaai op de werkplek is schadelijk voor de oren: het tast de haarcellen in het binnenoor aan. Bij blootstelling aan een gemiddeld geluidsniveau van 80 decibel (dB (A)) of hoger, gedurende 8 uur per dag en vijf dagen per week, kan na verloop van jaren schade ontstaan: lawaaislechthorendheid of beroepsslechthorendheid.
Slechthorendheid en oorsuizen (tinnitus) zijn de meest bekende symptomen van lawaaischade. We spreken van gehoorschade als er een gehoorverlies is van meer dan 30 decibel bij de geluidsfrequenties 1000, 2000 of 4000 Hertz (Hz).
- Slechthorendheid kan dus het gevolg zijn van langdurige blootstelling aan lawaai. Maar het beginstadium ervan merk je vaak niet omdat je in het begin vooral de hoge tonen minder goed hoort. Daarmee is het al moeilijker om spraak te verstaan. Er is dus een sluipend begin, soms ook met oorsuizen. De slechthorendheid neemt toe als de blootstelling aan lawaai in de loop van de jaren voortduurt. Het gehoorverlies breidt zich dan ook uit naar de lagere tonen. Een bijverschijnsel van slechthorendheid is de overgevoeligheid voor harde geluiden (hyperacusis).
- Oorsuizen, voortdurend lawaai in het oor of het hoofd komt relatief vaak voor (25-60%) bij slechthorendheid. Maar oorsuizen kan ook aanwezig zijn zonder dat er gehoorschade aan te tonen is. Oorsuizen is erg lastig in het dagelijks leven, maar is erg moeilijk vast te stellen met onderzoek. Het wordt vaak als hinderlijker ervaren dan het gehoorverlies.
Blootstelling aan lawaai kan ook hinderlijk zijn en daarmee een bron van stress. Lawaai verstoort bijvoorbeeld het mondelinge contact. Lawaai op de werkplek en de slechthorendheid die er het gevolg van is, kunnen ook tot veiligheidsrisico’s leiden, bijvoorbeeld doordat waarschuwingssignalen niet meer worden gehoord. Werken in lawaai leidt tot overmatige vermoeidheid en kan leiden tot verhoogde bloeddruk en het vaker optreden van hart- en vaataandoeningen.
Oorzaken
Herhaalde of langdurige beroepsmatige blootstelling aan lawaai (boven 80 decibel) op de werkplek is de belangrijkste oorzaak van beroepsslechthorendheid.
Het onvoldoende dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (oordoppen, kappen etc.) levert een belangrijke bijdrage aan te hoge persoonlijke blootstelling aan lawaai. Volgens gegevens van SWZ draagt eenderde van de blootgestelden geen of onvoldoende beschermingsmiddelen.
Naast of in combinatie met lawaai kunnen ook andere dingen gehoorschade opleveren. Zo zijn er bepaalde chemische stoffen die schadelijk zijn voor het gehoor, zoals sommige oplosmiddelen en medicamenten. Verder versterken trillingen en hitte ook de effecten van blootstelling aan lawaai.
Bij jongeren ontstaat vaak gehoorschade door blootstelling aan muziek, bijvoorbeeld door het bezoeken van popconcerten en het luisteren naar harde muziek via koptelefoons.
Bij volwassenen wordt gehoorschade vooral veroorzaakt door blootstelling aan geluidsbronnen op het werk.
Niet iedereen is even gevoelig voor lawaai, individuele gevoeligheid speelt een rol bij het ontstaan van gehoorschade.
Lawaaislechthorendheid komt vaak boven op ouderdomsslechthorendheid. Dat laatste wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren, waaronder een verminderde zuurstofvoorziening van de haarcellen in het binnenoor en langzame afbraak van haarcellen en andere structuren in het binnenoor. Hoge blootstelling aan geluid in de (werk)situatie kan dit proces versnellen.
Bij een plotselinge blootstelling aan een zeer hoog geluidsniveau (akoestisch trauma, bijvoorbeeld als gevolg van een explosie) kan het gehoor acuut beschadigd raken.
Diagnostiek
(Lawaai)slechthorendheid wordt meestal vastgesteld met een gehoortest: bij klachten of bij screening, bijvoorbeeld door de arbodienst.
Uitgebreide gehoortesten (toon- en spraakaudiogram) vinden plaats bij de Kno-arts of een audiologisch centrum
Het bestaan van oorsuizen (tinnitus) is zeer moeilijk objectief vast te stellen. De diagnose wordt gesteld op basis van het verhaal van betrokkene.
Vóórkomen
Slechthorendheid door lawaai staat in Nederland in de top 5 van beroepsziekten. Tussen de 10 en 15% van de beroepsbevolking staat op dit moment bloot aan schadelijk geluid.
Mannen werken vaker in lawaaiige omstandigheden dan vrouwen; 70% van de werknemers die soms of regelmatig zijn blootgesteld is man.
Sectoren met hoge lawaainiveaus zijn de bouwnijverheid, transport, de overheid (defensie, politie), industrie, muziek en de agrarische sector. Ook in kinderdagverblijven, de recreatiesector en tijdens werk in overdekte zwembaden is het lawaainiveau vaak hoog.
Risicoberoepen voor slechthorendheid zijn machinegebonden beroepen, werkenden die bloot staan aan verkeerslawaai (autoweg, vliegveld), militairen, politie en beroepen in de muziekbranche en in de horeca.
Werknemers met een gecombineerd blootstellingsrisico (lawaai en chemische stoffen, trillingen, hitte) voor gehoorschade verdienen bijzondere aandacht.
De meeste meldingen van beroepsslechthorendheid komen uit de bouwnijverheid waar structureel aandacht is voor het actief opsporen van gehoorschade.
Sectoren | Beroepen |
Bouwnijverheid | Uitvoerende beroepen, bouwplaatspersoneel |
Defensie | Militairen, zoals piloten, marechaussee, marinier, varend personeel |
Politie | Executieve dienst, Schietdocenten, Hondentrainers, Motorpolitie |
Transport | Chauffeurs, Monteurs |
Industrie | Operators, Technici, Hout- en Metaalbewerkers |
Agrarische sector en natuurbeheer | Veehouders, Loonwerkers, Keurmeesters, Veeartsen, Bos- en Plantsoenarbeiders |
Muziek | Musici, Diskjockeys, Theater technici |
Sport | Coureurs, Fitnesstrainers |
Gezondheidszorg | Technici, Tandartsen |
Welzijn | Kinderverzorgers, Zweminstructeurs |
Preventie
Lawaaislechthorendheid is te voorkomen door in het bedrijf een gehoorbeschermingsprogramma uit te voeren; Dit is in bepaalde gevallen ook wettelijk verplicht, zoals beschreven in het Arbobesluit (Staatsblad 2006, 56).
In een gehoorbeschermingsprogramma komen de volgende punten aan de orde:
- De arbodienst/bedrijfsarts adviseert de werkgever over maatregelen bij een verhoogd risico op gehoorschade in het bedrijf of op bepaalde werkplekken.
- In de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) wordt aandacht besteed aan lawaai en het voorkomen van gehoorschade (opzet, uitvoering en evaluatie).
- Bij het nemen van maatregelen wordt de arbeidshygiënische strategie gehanteerd. Dat betekent eerst kijken of lawaaibronnen kunnen worden aangepakt, vervolgens of technische en organisatorische maatregelen uitkomst bieden. Is hiermee onvoldoende resultaat te behalen dan zijn persoonlijke beschermingsmiddelen nodig (oordoppen, gehoorkappen, otoplastieken). Controle van het gehoor via gehoortesten (audiometrie) is bij hoge geluidsniveaus altijd noodzakelijk.
- Wanneer mogelijk kiezen voor een werkmethode die minder lawaai veroorzaakt om het geluidsniveau op bestaande werkplekken te verlagen.
- Bij inrichten van nieuwe werkplekken zorgen voor een veilig geluidsniveau, bijvoorbeeld door de aanschaf van geluidsarme machines.
- Goed onderhoud van machines, gereedschap en apparatuur.
- Isoleren van geluidsbronnen en geluidsoverlast vermijden.
- In het bedrijf aangeven waar werkplekken een hoog lawaainiveau hebben.
- De duur van de blootstelling verminderen en het aantal blootgestelde werknemers verminderen.
- Taakroulatie, regelmatig pauzes nemen in rustige omgeving.
- Voorlichting over gehoorbescherming, gehoorbeschermingsmiddelen verstrekken
- Evaluatie van het gehoorbeschermingsprogramma, van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, van de resultaten van de herhaalde gehoortesten etc.