Chemofobie is de irrationele angst voor chemische stoffen. Wie er aan lijdt, maakt zich zorgen over blootstelling aan chemicaliën, ongeacht de mate van blootstelling. Opvallend is dat daarbij vaak een onderscheid wordt gemaakt tussen synthetische (geproduceerde) chemicaliën en natuurlijke stoffen. Ze prefereren natuurlijke stoffen en ervaren synthetische stoffen als inherent gevaarlijker, hoewel de herkomst van de stof zelden iets zegt over de giftigheid.
Op basis van deze chemofobie en een voorkeur voor natuurlijke stoffen worden niet alleen beslissingen genomen over de aanschaf van producten en het gebruik van voeding, maar ook over het gebruik van bepaalde medicatie of het openstaan voor vaccinaties en dergelijke. Dit kan maatschappelijk ernstige consequenties hebben, voor de mensen zelf, maar ook voor anderen. Denk bijvoorbeeld aan het opnieuw opkomen van infectieziekten als de vaccinatiegraad te ver daalt.
Heuristiek
We gebruiken allemaal en altijd heuristiek in ons denken. Het zijn vuistregels of snelkoppelingen in het brein die onze kennis en opvattingen weerspiegelen. Bij het beoordelen van een situatie scheelt dat namelijk veel denkkracht en energie. Er zijn lange lijsten van deze heuristieken zoals verliesaversie (liever niet verliezen, dan winnen), geanticipeerde spijt (je denkt er anders spijt van te krijgen), beschikbaarheidsvertekening (als we meer voorbeelden kunnen verzinnen, zal het wel meer voorkomen) etc.
Bij het beoordelen van blootstelling aan chemische stoffen door mensen met een chemofobie zorgen heuristieken zoals ‘natuurlijk is altijd beter’ en ‘E-nummers zijn giftig’ dat zij beslissen om bepaalde producten af te wijzen. In de reclame wordt dit nog versterkt door aan de ene kant positieve emoties te koppelen aan ‘natuurlijk’ en ‘zonder toevoegingen’. Aan de andere kant worden zaken als kunststof, pillen en industriële producten vaker zakelijk of zelf met negatieve emoties verbonden. Dit wordt wel affectheuristiek genoemd.
Risicocommunicatie
Wie wil communiceren over risico’s zal met deze invloed van heuristieken rekening moeten houden. Het ligt enigszins voor de hand dat de meeste ‘leken’ weinig kennis hebben over de manier waarop chemische stoffen risico’s kunnen opleveren. De vraag is of hen dat gevoeliger maakt voor affectheuristiek. Zullen zij zich eerder door emoties in een bepaalde richting laten sturen? Kan het aandragen van kennis mensen bevrijden van chemofobie?
Uit eerder onderzoek is inmiddels gebleken dat wanneer mensen meer kennis hebben van toxicologische principes, ze minder neigen naar chemofobie. Maar er is onvoldoende onderzoek om te besluiten dat hier sprake is van oorzaak en gevolg. Daarom hebben onderzoekers van de universiteit van Zurich een experimenteel onderzoek uitgevoerd. Ze hebben daarin twee strategieën voor risicocommunicatie met elkaar vergeleken: een strategie die vooral informatie geeft en een strategie gericht op emoties. Het belangrijkste doel van de studie was nagaan welke strategie het meest effectief is bij het verminderen van chemofobie. Het tweede doel was onderzoeken welke invloed de beide communicatiestrategieën hebben op de voorkeur van mensen voor een natuurlijke vervanging van consumentenproducten.
Onderzoeksopzet
De deelnemers aan het onderzoek waren leden van een consumentenpanel dat regelmatig wordt ondervraagd over verschillende onderwerpen. Uiteindelijk nemen 448 mensen deel (circa de helft van de 973 die oorspronkelijk zijn uitgenodigd), waarvan 59,8% mannen met een gemiddelde leeftijd van 61,76 jaar in een range van 19–89). Zij werden willekeurig verdeeld over drie groepen: twee experimentele groepen waarvan de een de kennisgerichte risicocommunicatie te zien kreeg en de ander de op emotie gerichte risicocommunicatie en een controlegroep die een neutrale video te zien kreeg (hieronder staan de links naar de desbetreffende video’s op YouTube). Tussen de groepen waren geen grote verschillen in leeftijd, geslacht of opleiding. Mensen werkzaam in een chemisch beroep werden uitgesloten.
De deelnemers werd gevraagd de kwaliteit van de video te beoordelen op een schaal van 5 op vijf aspecten: is de video begrijpelijk, overtuigend, geloofwaardig, nuttig en interessant. Daarnaast werd hun niveau van chemofobie en voorkeur voor natuurlijke producten gemeten met behulp van een vragenlijst die al eerder in onderzoek is gebruikt (in artikel in te zien). Ook werd de kennis met betrekking tot chemische stoffen en toxicologische principes met een vragenlijst gemeten (zie artikel).
Resultaten
De beoordeling van de kwaliteit van de video’s verschilde per groep. De video met de kennisgerichte informatie werd beter beoordeeld dan de op emoties gerichte communicatie en de video in de controlegroep. De via de vragenlijst gemeten chemofobie verschilde significant over de groepen. De experimentele groep met de kennisgerichte risicocommunicatie scoorde significant lager op chemofobie dan de beide andere groepen, die onderling nauwelijks verschilden. Ook wat betreft de kennis van toxicologische principes scoorde de groep met de kennisgerichte risicocommunicatie na het zien van de video significant beter dan de beide andere groepen.
Wel waren de mensen die de op emoties gerichte video hadden gezien positiever gaan denken over chemicaliën dan de mensen in de controle groep. Ook zagen de deelnemers van beide experimentele groepen beter de voordelen van chemische stoffen in bepaalde toepassingen. Zowel de mensen in de groep met de op emoties gerichte risicocommunicatie als in de controlegroep hadden na de test een grotere voorkeur voor natuurlijke producten dan de mensen in de groep van de kennisgerichte risicocommunicatie.
Conclusie
In de discussie worden de bevindingen vergeleken met wat al bekend was over het onderwerp. De belangrijkste bevinding is dat wanneer risicocommunicatie zich richt op informatie over basis toxicologische principes het kan bijdragen aan een afname van chemofobie. Emotiegerichte risicocommunicatie laat mensen wel positiever denken over het nut van chemische stoffen, maar heeft nauwelijks invloed op chemofobie of de voorkeur voor natuurlijke producten. Het verschaffen van goede en eenvoudig te begrijpen informatie over hoe ons lichaam omgaat met chemische stoffen en welke toxicologische principes hier een rol spelen, kan effectief zijn bij het verminderen van chemofobie.
Links naar video’s
Bron
Saleh, R., Bearth, A., & Siegrist, M. (2020). Addressing Chemophobia: Informational versus affect-based approaches. Food and Chemical Toxicology, 140, 111390.