
Werknemers die in de metaalbewerking werken lopen onder meer door hun contact met metaalbewerkingsvloeistoffen risico op verschillende longaandoeningen. Een recent artikel presenteert een ongewone casus waarbij allergie niet op de voorgrond staat.
Casus
Een 52-jarige man werd verwezen vanwege toenemend en chronisch hoesten sinds 4 jaar. Het was een productieve hoest met groen sputum en hij had wekelijks hoestaanvallen zonder andere klachten van de luchtwegen. Het was hem opgevallen dat hij in de vakantie minder hoestte en dat de hoest weer toenam nadat hij weer ging werken. In zijn familie kwamen geen chronische luchtwegaandoeningen voor en hij had nooit gerookt. Bij het klinisch onderzoek was sprake van een milde afwijkingen bij spirometrie en van eosinofilie bij bloedonderzoek.
Hij werkte als operator in de metaalbewerking, bij een metaalbewerkingsbedrijf waar gereedschap werd geproduceerd. Hij bediende en hield toezicht op vijf machines waarom diverse metalen (brons, roestvrij staal, aluminium etc.) werden gedraaid en geslepen. Er waren geen collega’s die hetzelfde werk deden. Op alle machines werden watergedragen metaalbewerkingsvloeistoffen toegepast en bij het openen van de machine kwam hij met de daaruit ontstane mist in contact. Hij gebruikte alleen een slecht passend papieren masker. De metaalbewerkingsvloeistoffen werden geregenereerd en waren soms sterk vervuild. Er werd niet regelmatig gecontroleerd of sprake was van bacteriegroei.
Beoordeling van de casus
De auteurs schetsen de invloed van metaalbewerkingsvloeistoffen op de longen met als meest voorkomende aandoeningen zowel beroepsastma als extrinsieke allergische alveolitis. Vaak heeft dit te maken met de bacteriegroei in de watergedragen metaalbewerkingsvloeistoffen en met de biociden en andere additieven die eraan worden toegevoegd om dat te voorkomen. Bij het gebruik van deze vloeistoffen in draaiende machines ontstaat een mist of aerosol waarbij zowel de chemische als biologische componenten een rol kunnen spelen.
Het artikel beschrijft de ingewikkelde diagnostische procedures die nodig waren om bij deze werknemer vast te stellen dat zijn klachten werden veroorzaakt door een beroepsgebonden niet-allergische eosinofiele bronchitis. Na uitleg over de rol van het inademen van oliemist en aanmeten van een goed passend masker verdwenen de klachten na enkele weken.
Beroepsgebonden niet-allergische eosinofiele bronchits wordt gedefinieerd als een chronische productieve hoest zonder symptomatische of fysiologische aanwijzingen voor luchtwegobstructies. de luchtwegen reageren normaal en in het sputum bestaat eosinofilie > 3%. Deze aandoening is de oorzaak van 10-30% van de naar de specialist verwezen patiënten met een chronische hoest en komt vaker voor bij niet-rokers.
Er zijn een aantal beroepsgebonden oorzaken bekend, zoals acrylaten, isocyanaten, meel, α amylase, chlooramine, styreen, formaldehyde, latex and het lassen van roestvrij staal. Dat betekent dat er veel overlap is met bijvoorbeeld de chemische uitlokkende factoren bij beroepsastma. Het is dan ook niet onverwacht dat deze aandoening kan optreden door metaalbewerkingsvloeistoffen, waarvan al bekend is dat ze ook beroepsastma kunnen uitlokken.
Het volledige artikel is online te vinden:
Wiggans, R. E., & Barber, C. M. (2017). Metalworking fluids: a new cause of occupational non-asthmatic eosinophilic bronchitis. Thorax, 72(6), 579–580. http://doi.org/10.1136/thoraxjnl-2016-208827