Lage rugklachten komen veel voor, zowel in als buiten het werk. Hoewel mij in de opleiding geleerd is bij het onderzoeken van de rug ook naar een eventueel beenlengteverschil te kijken, is onduidelijk of dit een belangrijke factor is in het ontstaan van lage rugklachten.
Fins RCT
Recent namen onderzoekers in Finland de proef op de som. Ze corrigeerden het beenlengteverschil in een gerandomiseerd deel van een groep slachters met een inlegzool. Vervolgens vergeleken ze onder meer het optreden van lage rugklachten met een controlegroep zonder correctie.

Rugklachten komen regelmatig voor bij mensen met een staande beroep, zoals gebruikelijk in de vleesverwerking. Daarom werden binnen een groep van 387 vleesverwerkers, 169 werknemers (31 vrouwen en 138 mannen) uitgenodigd voor het onderzoek,. Van hen namen er 114 daadwerkelijk mee, 26 vrouwen en 88 mannen. Ze zijn allen boven de 35 jaar oud en werken al meer dan 10 jaar als slachter.
Bij deze groep is met behulp van een laser ultrasound techniek het beenlengteverschil gemeten. Ook gaven zij desgevraagd op een een schaal van 1-10 aan hoeveel last ze hebben van lage rugpijn (LRP). Werknemers met een beenlengteverschil van minimaal 5 mm en een intensiteit van de LRP van minimaal 2 konden deelnemen aan in de studie.
Inlegzolen
Aan de studie nemen uiteindelijk 42 werknemers deel die aan de criteria van beenlengteverschil en zelfgerapporteerde rugpijn voldoen. De gerandominsserde onderzoeksgroep bestaat uit 20 deelnemers, de controlegroep uit 22 werknemers.
Alle deelnemers kregen inlegzolen die 8 uur per dag werden gedragen. Daarbij is alleen in de willekeurig samengestelde onderzoeksgroep het beenlengteverschil voor 70% gecorrigeerd: dus bij een beenlengteverschil van 10 mm, is de correctie 7 mm, geplaatst onder de hak. Bij de controlegroep is geen sprake van correctie.
De belangrijkste uitkomstmaat is de zelfgerapporteerde LRP in de onderzoeksgroep ten opzichte van de controlegroep. Daarnaast is gekeken naar onder meer de intensiteit van de uitstralende pijn in het been, vermindering van het fysiek functioneren (RAND-36), doktersbezoek en ziekteverzuim. De onderzoeksperiode van een jaar had evaluatiemomenten na 3, 6 en 12 maanden. Bij de analyse is gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en BMI (body mass index).
Verbetering
Na een jaar is in de onderzoeksgroep sprake een significant hogere verbetering van de
- zelfgerapporteerde LRP intensiteit; − 2,6; 95% betrouwbaarheidsinterval − 3,7 tot − 1,4
- de intensiteit van de uitstralende pijn; − 2,3; 95% BI − 3,4 tot − 1,07
- uitkomsten op de RAND-36 voor fysiek functioneren; 9,6; 95% BI 1,6 tot 17,6
- kleinere kans op ziekteverzuim; OR -3,7 95% BI − 7,2 tot -0,2
De onderzoekers concluderen dat een beenlengteverschil van 5 mm of meer, dat is gemeten met een betrouwbare methode zou moeten worden gecorrigeerd via een inlegzool bij werknemers met staand werk. Deze correcties kunnen worden uitgevoerd door arbodiensten. De correctie van het beenlengteverschil verbetert aantoonbaar de zelfgerapporteerde rugklachten en vermindert het risico van ziekteverzuim door lage rugklachten.
Bron
Alle details over het onderzoek zijn te vinden in het artikel dat volledig online beschikbaar is.
Rannisto, S., Okuloff, A., Uitti, J., Paananen, M., Rannisto, P. H., Malmivaara, A., & Karppinen, J. (2019). Correction of leg-length discrepancy among meat cutters with low back pain: a randomized controlled trial. BMC musculoskeletal disorders, 20(1), 105. doi:10.1186/s12891-019-2478-3