Recent kwam ik op mijn zoektocht in de wetenschappelijke literatuur over beroepsziekten een serie op het spoor in het Ulster Medical Journal. Er zijn voor zover ik weet nu drie afleveringen verschenen over de geschiedenis van bepaalde beroepsziekten. Het eerste deel van de serie met de titel “a short history of occupational disease” gaat over laboratory-aquiered infections: infectiezieken die in het laboratorium kunnen worden opgelopen (Petts et al. 2021).
Eerste beschrijvingen
Het eerste beschreven geval van een in het laboratorium opgelopen infectieziekte (LOI) was tyfus in 1885, al snel gevolgd door gevallen van brucellose, tetanus, cholera, difterie en sporotrichosis (tussen 1887 en 1904). Het eerste survey van LOI’s verscheen in 1915: Kisskalt, de melder van het eerste tyfusgeval, vond over een periode van dertig jaar 50 gevallen van tyfus opgelopen in het lab, waarvan 6 medewerkers overleden. Hij beschrijft de transmissieroutes als via aerosolen, prikincidenten, en oraal via bijvoorbeeld spatten of pipetteren met de mond. In de jaren erna zijn uitbraken van psittacosis en Q-fever beschreven bij microbiologen die mogelijk samen hingen met het malen en centrifugeren van de culturen op eierdooiers (aerosolen).

Labonderzoeken en risico
Vanaf 1950 nam de interesse in LOI’s toe met grotere studies in laboratoria. Hieruit bleek dat de meest voorkomende laboratoriuminfecties waren:
Tuberculose | 25,3% |
Shigellose | 27,4% |
Hepatitis (niet gespecificeerd | 20,0% |
Salmonellose | 11,6% |
Tyfus | 3,0% |
Brucellose | 2,1% |
Het relatieve risico bleek nogal te verschillen per type micro-organisme. Waar brucella, E. coli O157 en meningokokken een veel groter risico voor microbiologen opleveren in het lab in vergelijking met de algemene bevolking, bleek dat voor salmonella en shigella niet het geval.
Beschermende maatregelen
Maatregelen om werknemers tegen het oplopen van infectieziekten te beschermen zijn geleidelijk ontwikkeld aan het begin van de twintigste eeuw. Het idee voor een afgesloten kast voor werken met pathogenen komt van Robert Koch (1905) die een biologische veiligheidskast ontwerpt. Deze wordt door anderen verbeterd en komt in 1919 beschikbaar, tegelijkertijd met het door Fricke opgestelde veiligheidshandboek voor het laboratorium. In dit handboek werden labjassen met lange mouwen aanbevolen en werd eten in het lab afgeraden. Verder werd het pipetteren met de mond afgeraden en geadviseerd om pipetten te ontsmetten.
Hoewel goede maatregelen dus al in 1919 zijn beschreven, duurde het nog lang voor ze overal gemeengoed waren. Zo blijkt uit onderzoek in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw dat pipetteren met de mond nog in meer dan zestig procent van de laboratoria wordt toegepast. Het gebruik van “zuurkasten” kwam pas echt in zwang toen er metalen kasten werden gemaakt met een glazen voorwand en dat was pas in de late jaren zestig.
Serieuze uitbraken
Een aantal serieuze uitbraken van onder andere pokken en hepatitis in laboratoria in Groot-Brittannië in de jaren zestig en zeventig zorgden voor een grotere interesse voor laboratoriumveiligheid en ook voor wet- en regelgeving.
In 1973 werd een laboratoriummedewerkster ziek nadat hij had gewerkt met apparatuur die in gebruik was voor onderzoek naar pokken. Zij bleek hier inderdaad mee besmet, maar voordat dit bekend was had hij al zijn moeder en twee bezoekers besmet. Alleen haar moeder overleefde de besmetting.
In Edinburgh ontstond een uitbraak van hepatitis in een nierdialyseafdeling waarbij 26 patiënten, 12 stafleden en 2 familieleden besmet raakten. De index patiënt was waarschijnlijk nog in de incubatietijd toen de dialyse werd uitgevoerd. Onvoldoende ontsmetting van de apparatuur verspreidde de ziekte naar de andere patiënten. De stafleden zijn mogelijk besmet door het omgaan met de verontreinigde apparatuur, door prikaccidenten en mogelijk door aerosolen.
Daarnaast was uit eerder onderzoek al gebleken dat onder laboratoriumpersoneel en medewerkers van mortuarium en pathologische anatomie veel meer tuberculose voorkwam dan onder ander gezondheidszorgpersoneel. Dit alles maakte duidelijk dat er een dringende noodzaak was om veiliger te werken, wat toen ook in wet- en regelgeving is vastgelegd.
Kloof tussen weten en doen
Het risico om in het laboratorium infectieziekten op te lopen is een al lang bekend risico in de gezondheidszorg en vergelijkbare laboratoria. Welke maatregelen konden worden genomen om deze risico’s tegen te gaan, was ook al lang bekend. Toch waren enkele serieuze uitbraken van besmettingen nodig voordat de risico’s officieel werden onderkend en maatregelen werden genomen en bij wet verplicht om de risico’s te verminderen.
Het huidige aantal werknemers in de gezondheidszorg dat te maken krijgt met Covid als beroepsinfectieziekte wijst erop dat lessen uit het verleden er niet altijd voor kunnen zorgen dat we in de huidige tijd de mensen in de gevarenzone goed beschermen.
Bron:
Petts, D., Wren, M., Nation, B. R., Guthrie, G., Kyle, B., Peters, L., Mortlock, S., Clarke, S., & Burt, C. (2021). A SHORT HISTORY OF OCCUPATIONAL DISEASE: 1. LABORATORY-ACQUIRED INFECTIONS. The Ulster medical journal, 90(1), 28–31.
Het bovenstaande artikel is gebaseerd op een aantal posters van het IBMS History Committee gepresenteerd op het Biomedical Science Congress in Birmingham in september 2019. De posters zijn te vinden op de website van IBMS via deze link.