Neus- en bijholtekanker

Neuskanker en bijholtekanker (ook wel sinuskanker genoemd) zijn zeldzame kankervormen die onder de ‘hoofd- en halskanker’s vallen. Het zijn vormen van kanker die vaker dan andere kankers een oorzaak in het werk hebben.

De kwaadaardige tumoren ontstaan meestal in de kaakholte en de voorhoofdsholte (tussen neus en ogen). Hoewel hier tumoren van zeer uiteenlopende histologie kunnen voorkomen, vormen carcinomen de grote meerderheid. Er kunnen twee soorten tumoren onderscheiden worden:

  • plaveiselcelcarcinoom: tumor uitgaande van het slijmvlies van de neusholte, van de neusbijholte of van het harde verhemelte/bovenkaak
  • adenocarcinoom: tumor uitgaande van de slijmklieren van de neusbijholte

Verder kunnen er in de neus(bij)holte nog zeldzame tumoren ontstaan, zoals een sarcoom, melanoom of maligne lymfoom. In de neus(bij)holte kunnen goedaardige poliepen ontstaan. Deze kunnen soms veranderen in een kwaadaardige tumor.

Voorkomen

In Nederland komen per jaar ruim 100 nieuwe gevallen voor van tumoren van de neus en de bijholten. De aandoening komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen; vaak omstreeks het zestigste levensjaar.

In 2012 publiceerden Kuijpens et al. een studie naar de trends in het voorkomen van neus- en bijholte kanker op basis van gegevens van 3329 patiënten >15 jaar geregistreerd tussen 1989 en 2009 in de Nederlands Kankerregistratie. Ook keken ze naar 447 patiënten geregistreerd in de Eindhoven Kanker registratie tussen 1973 en 2009.

Plaveiselcelcarcinoom (PCC) was het meest voorkomende histologische type (48%), gevolgd door adenocarcinoom (15%) en melanoom (8%). PCC kwam vaker voor in de neusholte en de sinus maxillaris (kaakholte), maar adenocarcinoom kwam vaker voor in de sinus ethmoidalis (neusbijholte).

De incidentie bij mannen nam tussen 1973 en 1995 toe met een piek van 15/1.000.000/jaar, om daarna te dalen tot 11/1.000.000/jaar zowel voor PCC als adenocarcinoom. De incidentie bij vrouwen bleef stabiel rond de 5/1.000.000/jaar tot 2006 en nam toe tot 7,5/1.000.000 in 2009 door toename van PCC. De man/vrouw ratio voor PCC daalde van 2,7 naar 2,0 en voor adenocarcinoom van 3,4 naar 2,8 sinds 1989.

Symptomen en klachten

Klachten waarbij gedacht kan worden aan een neus of neusbijholtetumor zijn

  • Neusbloeding
  • Verstopte neus, tranen van het oog
  • Gevoelloosheid in het gelaat
  • Dubbele beelden zien
  • Tumor doorgroeiend in mondholte, wang
  • Pijnklachten
  • Vocht achter trommelvlies (glue ear)
  • Wondje in de neus dat niet geneest

Behandeling en beloop

De behandeling van de tumor bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie (al dan niet met reconstructie) en bestraling. Als de tumor erg groot is en niet operatief verwijderd kan worden zal de behandeling in principe bestaan uit een combinatie van bestraling en chemotherapie. Als de tumor is uitgezaaid via de bloedbaan zal overgegaan worden op palliatieve chemotherapie en/of bestraling.

Het beloop is sterk afhankelijk van het histologische type van het carcinoom. Recidieven van plaveiselcelcarcinoom doen zich meestal binnen twee jaar voor en zijn zelden alsnog curatief behandelbaar. Bij adenocarcinoom daarentegen kan zich ook meer dan vijf jaar na de oorspronkelijke behandeling nog een lokaal recidief voordoen. Behandeling daarvan kan zinvol zijn; soms wordt weer een jarenlange klachtenvrije periode bereikt.

Oorzaken en risicofactoren

Er zijn wel factoren die de kans op deze vorm van kanker vergroten:

  • langdurige blootstelling aan (hard)houtstof, bijvoorbeeld bij (hard)houtwerkers
  • langdurige inademing van leerstof, bijvoorbeeld bij leerbewerkers
  • het inhaleren van de rook van sigaretten en sigaren, zowel door roken als mee roken
  • tabak of lijm snuiven

Voor het krijgen van plaveiselcelcarcinoom spelen daarnaast blootstelling aan formaldehyde en, minder gebruikelijk, asbest, chroom en radium een rol. De risicofactoren voor een adenocarcinoom zijn vooral beroepen in de meubelindustrie, door het inhaleren van fijn verdeeld houtstof.

Roken en overmatig alcoholgebruik verhogen ook het risico op deze kanker.

In 2015 voerden Binazzi et al. een systematische review en meta-analyse uit om na te gaan hoe groot het risico is van blootstelling aan een reeks werkgerelateerde stoffen en werken in bepaalde typen industrie. Uit de 63 beoordeelde artikelen werden 28 studies geselecteerd die konden worden opgenomen in een meta-analyse (11 cohort studies en 17 case-control studies).

Onderzoek van afgelopen jaar in Italië (Lombardije) laat verhoogde risico’s zien voor hout- en leerstof (OR houtstof 2,2 en OR leerstof 6,0). Ook werden een verhoogd risico gevonden bij blootstelling aan nikkel, chroom en formaldehyde, maar dit betrof een gering aantal gevallen, De relatieve risico’s waren vooral hoog voor adenocarcinomen en mengvormen in een aantal industriële sectoren zoals textiel, bouwnijverheid, metaalbewerking, productie van voertuigen, landbouw en veeteelt. Verhoogde risico’s op plaveiselcelcarcinomen werden alleen in de landbouw en veeteelt gevonden.

Uit recent onderzoek van Siew et al. (2017) komt duidelijk naar voren dat blootstelling aan houtstof het risico op adenomen van neus- en neusbijholten sterk vergroot. De HR (hazard risk) voor de hoogst aan houtstof blootgestelde groep (≥ 28.82 mg/m3-years) was 16.5 (95% CI 5.05–54.1). Voor niet-adenomen werd in hun studie in de Noordse landen (Finland, Zweden, Noorwegen en IJsland) geen verhoogd risico gevonden.

Compensatie beroepskanker in België

In België kan men via Fedris compensatie krijgen vanwege een beroepskanker van de neus- of neusbijholte. Ook bestaat de mogelijkheid om zich gratis preventief te laten onderzoeken voor (voormalige) houtbewerkers van 55 jaar en ouder die minimaal 20 jaar met houtstof in aanraking zijn geweest: https://www.fedris.be/nl/slachtoffer/beroepsziekten-privesector/preventie/gratis-onderzoek-naar-neuskanker

Lees hier meer over in dit indringende verhaal van Rik van Gompel http://www.allesoverkanker.be/beroepsziekte-kanker-door-houtstof-rik-van-gompel-vertelt

Literatuurbronnen

NCvB Neuskanker door houtstof

J. (Hans) L.P.Kuijpens, Marieke W.J.Louwman, RobPeters, Geert O.R.J.Janssen, A. (Lex)Burdorf, Jan-Willem W.Coebergh Trends in sinonasal cancer in The Netherlands: More squamous cell cancer, less adenocarcinoma: A population-based study 1973–2009 European Journal of Cancer Volume 48, Issue 15, October 2012, Pages 2369-2374

Binazzi A, Ferrante P, Marinaccio A. Occupational exposure and sinonasal cancer: a systematic review and meta-analysis. BMC Cancer. 2015;15:49. doi:10.1186/s12885-015-1042-2.

Mensi C, Carugno M, Pesatori AC, et al 0473 Sinonasal cancers and occupational exposures, a population-based case-control study Occup Environ Med 2017;74:A150.

Siew, S. S., Martinsen, J. I., Kjaerheim, K., Sparén, P., Tryggvadottir, L., Weiderpass, E. and Pukkala, E. (2017), Occupational exposure to wood dust and risk of nasal and nasopharyngeal cancer: A case-control study among men in four Nordic countries—With an emphasis on nasal adenocarcinoma. Int. J. Cancer, 141: 2430–2436. doi:10.1002/ijc.31015

Lees ook: 

Adenocarcinoom van de neusbijholte door styreen