Let bij handeczeem op isothiazolinonen

isothiazolinonen

De groep conserveermiddelen met de moeilijke naam isothiazolinonen veroorzaakt momenteel een epidemie van allergische problemen, vooral contacteczeem.
Wat weten we ervan?

Om producten op waterbasis voor een langere periode te beschermen tegen microbacteriële verontreiniging worden conserveermiddelen toegevoegd. Dat kunnen allerlei stoffen zijn, maar vaak horen ze bij de chemische familie van de isothiazolinonen. Als conserveermiddel zijn ze geliefd en goedkoop, maar voor de huid zijn ze een bedreiging. Voor veel soorten kun je namelijk allergisch worden. En isothiazolinonen zitten in heel veel producten.

Om welke stoffen gaat het zoal?

Enkele chemische namen die je op etiketten zou kunnen tegenkomen

  • methyl(chloro)isothiazolinone (MCI)
  • methylisothiazolinone (MI)
  • 2-n-octyl-4-isothiazolin-3-one (OIT)
  • 1,2-benzisothiazolin-3-one (BIT)

Casus

Er zijn de afgelopen allerlei gevallen van contactallergie beschreven voor verschillende producten op waterbasis waaraan isothiazolinonen als conserveermiddel (biocide) waren toegevoegd. Veel daarvan zijn via databases te vinden. Ik noem hier een recent artikel van Meysman en Goossens (2017) die twee gevallen van contactallergie voor isothiazolinonen hebben beschreven. Het eerste geval betreft een man van 31 met een atopische aanleg met eczeem aan beide handen. Hij had dagelijkst contact met drukinkt en bleek bij huidtesten allergisch voor benzoisothiazolinone (BIT) dat als biocide aan de inkt was toegevoegd. Het tweede geval was een man van 27 met eczeem aan beide handen. Uiteindelijk bleek ook dit te worden veroorzaak door een allergische reactie op BIT dat was toegevoegd aan de gebruikte handzeep.

In welke producten komen isothiazolinonen voor?

  • Cosmetica: huidcrèmes,bodylotion, shampoo, andere haarverzorgingsproducten, zeep, zonnebeschermingspreparaten, douchegel, badschuim
  • Huishoudelijke producten: afwasmiddelen, vloeibare schoonmaakmiddelen, wasverzachters
  • Producten die in het werk gebruikt worden: lijmen, verf en inkt op waterbasis, poetsmiddelen, onderhoudsmiddelen voor hout, koelvloeistoffen, snij-oliën

Allergie voor isothiazolinonen

Bovengenoemde stoffen kunnen allemaal een allergische reactie van het late type (type IV, T-cel gemedieerd) geven. Dit type contactallergie uit zich meestal als een contacteczeem of problemen met de slijmvliezen.  De allergie kan met behulp van speciale huidtesten door een dermatoloog of allergoloog worden aangetoond. De grootste kans op allergie komt van MCI, gevolgd door MI en BIT/OIT (in volgorde van afnemend risico).

Sinds 2000 is in Europa MI (zonder MCI) toegelaten voor industriële toepassingen (zonder maximale gebruiksconcentratie). Vanaf 2005 geldt dit ook voor cosmetica (met een maximale gebruiksconcentratie van 100 ppm of 0.01%). Daarmee is in de afgelopen jaren een epidemie aan contacteczeem ontstaan. Aanvankelijk vooral onder werknemers waarbij een groeiend aantal beroepshuidaandoeningen werd gerapporteerd. Vrijwel allemaal allergische contacteczeem in verband met contact met hoog geconcentreerde MI-bevattende conserveermiddelen (bijvoorbeeld bij de productie van verven en lijmen).

Later kwamen daar de huidproblemen bij van consumenten, zowel volwassenen als kinderen, die blootgesteld werden aan MI aanwezig in huidverzorgingsproducten. De meeste problemen veroorzaken de zogenaamde “leave-on” cosmetica, maar er zijn ook problemen bij rinse-off cosmetica, huishoudelijke schoonmaakmiddelen, verven, lijmen, en tal van andere producten die terug te vinden zijn in de huis-, tuin- en keukenomgeving. Naast huidklachten komen ook luchtwegklachten voor.

In het recent verschenen proefschriften van Olivier Aerts en Jakob Ferløv Schwensen (links zie hieronder) is veel informatie te vinden over isothiazolinonen allergie.

Epidemie

Ook eind jaren tachtig van de vorige eeuw was sprake van een forse toename van het aantal gevallen van allergie. Het ging vooral om producten waarin MCI en MI waren gecombineerd. Dit heeft geleid tot afspraken over de maximumconcentratie van deze stoffen in producten. De tweede “allergie”golf kwam nadat MI in 2005 is toegelaten in cosmetica. Cijfers hierover vind je onder meer in het artikel van Gameiro et al. 2014. Ook in het overzichtsartikel van Rodrigues-Barata en Conde-Salazar werd in 2014 al indringend en onderbouwd gewaarschuwd voor de toename van het aantal gevallen van overgevoeligheid voor isothiazolinonen. Nadat in Europa wakker was geschud kwamen ook uit andere delen van de wereld aanwijzingen voor een groeiend aantal allergiegevallen. Met name in 2017 ook vanuit Noord-Amerika zoals bijvoorbeeld in dit e-dermatology magazine.

Het moge duidelijk zijn dat wanneer mensen een handeczeem of luchtwegklachten ontwikkelen altijd gedacht moet worden aan blootstelling in de omgeving. Het verdient aanbeveling om dan ook en met name te denken aan bovengenoemde producten op waterbasis. Goed testen om het eventueel schuldige conserveermiddel op te sporen is van belang voor zowel de behandeling als voor het voorkomen van verdere problemen. Lastig genoeg soms omdat isothiazolinonen in zo’n grote variëteit aan producten kunnen voorkomen.

Voor deskundige hulp bij het vaststellen van een allergie, check Werk en gezondheid in de tweede lijn

Bronnen

Gonçalo M, Goossens A. Whilst Rome Burns: the epidemic of contact allergy to methylisothiazolinone (Editorial), Contact Dermatitis 2013: 68: 257-8

Proefschrift Olivier AERTS (Antwerpen) 2017 Contact allergy caused by methylisothiazolinone and related isothiazolinones” 

Proefschrift Jakob Ferløv Schwensen (Kopenhagen) 2017 CONTACT ALLERGY TO METHYLISOTHIAZOLINONE – OBSERVATIONAL AND EXPERIMENTAL STUDIES

Tanya Meysman en An Goossens Occupational allergic contact dermatitis caused by benzisothiazolinone in printing ink and soap Contact Dermatitis vol. 76 issue 1 (2017) pp: 51-53

Ana Gameiro, Ines Coutinho, Leonor Ramos and Margarida Goncalo Methylisothiazolinone: second ‘epidemic’ of isothiazolinone sensitization

Ana Rita Rodrigues-Barata, Luis Conde-Salazar METHYLISOTHIAZOLINONE AND METHYLCHLOROISOTHIAZOLINONE: NEW INSIGHTS EMJ Dermatol. 2014;2:101-105