Bij ontkleurde huid wordt meestal gedacht aan vitiligo, een betrekkelijk onschuldige huidaandoening waarbij de huid (en ook het haar) pigment verliest als gevolg van het verdwijnen van pigmentcellen in de huid. Het is een aandoening die vooral voorkomt bij mensen met donkere huidtypen en vanwege het feit dat het cosmetisch storend is, veel schaamte en psychische problemen kan geven.
Maar er zijn ook vormen van depigmentatie die optreden na contact met chemische stoffen. Zo bestaat onder meer contactvitiligo (chemische geïnduceerde vitiligo) en chemische leukodermie (leuko = wit, dermie = huid). Bij chemische leukodermie vindt depigmentatie van de huid plaats op de plek waar het contact met desbetreffende stof plaatsvond, terwijl er bij chemisch geïnduceerde vitiligo ook depigmentatie buiten het contactgebied kan optreden.
Het eerste geval van chemische leukodermie door contact in het werk werd in 1939 beschreven bij mensen blootgesteld aan de monobenzylether van hydroquinon die voorkwam in rubber handschoenen. Sindsdien is er een scala aan chemicaliën bijgekomen die chemische leukodermie kunnen veroorzaken. De meeste stoffen zijn aromatische of alifatische verbindingen van fenolen of catecholen.
Recent werden in China ook twee patiënten beschreven die chemische leukodermie opliepen door contact met dimethylsulfaat. Deze stof met de chemische formule (CH3)2SO4 is een methylerend agens dat industrieel wordt toegepast in de productie van farmaceutica, parfums en bestrijdingsmiddelen.
De chemische stoffen die leukodermie kunnen veroorzaken beschadigen de melanocyten via specifieke eiwitten zoals tyrosinase-related protein-1 dat weer oxidatieve stress in de cellen veroorzaakt. Ook speelt mogelijk een genetische gevoeligheid van cellen een rol voor het ontstaan van chemische leukodermie.
Hoewel niet eenvoudig, is het toch belangrijk om onderscheid te maken tussen chemische leukodermie en vitiligo omdat bij leukodermie de prognose sterk kan verbeteren wanneer contact met de veroorzakende stof wordt vermeden. Daarnaast biedt de gebruikelijke aanpak bij vitiligo ook mogelijkheden.
In Nederland bestaat een gespecialiseerde polikliniek voor pigmentstoornissen als onderdeel van de dermatologie afdeling van het AMC: Sectie Nederlands Instituut voor Pigmentstoornissen (SNIP)