Pas op met latex handschoenen

In veel beroepen is het noodzakelijk veel of incidenteel met handschoenen te werken. Vaak om hygiënische redenen, zoals in de gezondheidszorg of bijvoorbeeld wanneer je voedsel bereidt. Maar het kan ook zijn dat je wilt voorkomen dat je handen vies worden of omdat het je door de coronapandemie een veiliger gevoel geeft. Nu zijn er heel veel soorten handschoenen en er is ook veel informatie over te vinden. Dat is ook nodig, want niet alle handschoenen zijn geschikt voor elk soort werk en niet alle handschoenen zijn zonder risico voor de drager.

Zo is het bijvoorbeeld van belang om latex handschoenen zoveel mogelijk te vermijden. En dan vooral de gepoederde handschoenen, die je weliswaar gemakkelijker aan en uit kunt trekken, maar die het risico van een latexallergie kunnen vergroten.

Latex handschoenen, foto van Diana Polekhina op Unsplash

Wat is latex eigenlijk?

Latex is ook wel bekend als natuurrubber, want het is melksap uit de bast van de rubberboom “Hevea brasiliensis” (uit de familie van de wolfsmelkachtigen). Het sap is een suspensie van een groot aantal rubberdeeltjes (waar onder poly-isopropeen) in een waterig serum. In deze suspensie zitten ook latex-eiwitten, dat voor circa 60% is gebonden aan de rubberdeeltjes en de rest is opgelost in het serum. Dit latex is de grondstof voor het maken van heel verschillende rubberproducten zoals autobanden, handschoenen, elastiekjes, ballonnen, etc. Volgens gegevens zijn er wereldwijd meer dan 40.000 producten die latex bevatten.

Om rubberproducten te maken en het elasticiteit en stevigheid te geven, worden de latexmoleculen chemisch aan elkaar gekoppeld via een proces dat vulkaniseren heet en waarbij allerlei toevoegingen worden gebruikt. Dat zijn bijvoorbeeld “rubberversnellers” en “anti-oxidanten” die de veroudering en uitdroging van rubber tegen moeten gaan. Andere toevoegsels zijn zwavel, activatoren, vulstoffen, kleurstoffen en weekmakers.

Latexallergie

Latex allergie is een bekend fenomeen sinds de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Dit viel samen met de toegenomen aandacht voor hygiëne op de werkvloer in de gezondheidszorg vanwege de toen net beginnende Hiv-epidemie. Na onderkenning van het probleem zijn in de gezondheidszorg al snel maatregelen genomen, waardoor het probleem daar hanteerbaar is geworden.

Latex allergie of allergie voor natuurrubber is dus al langer bekend. De allergie uit zich onder andere in handeczeem door het dragen van rubberhandschoenen waarin ook latex verwerkt zit. De oorzaak ligt dan meestal in de aan het rubber toegevoegde chemicaliën. Deze type allergie is van het vertraagde type allergische reactie. De laatste jaren wordt er echter een toename gezien van de directe type allergische reactie, die gericht is tegen één of meerdere eiwitten in de latex zelf.

Type 1 allergie of directe allergie

Bij type 1 allergie treedt niet direct na een eerste contact met de allergie-veroorzaker een reactie op. Iemand moet eerst gevoelig worden voor de veroorzakende stof. Dit heeft sensibilisering. Het lichaam gaat via het immuunsysteem speciale IgE-antilichamen aanmaken tegen de betreffende stof aanmaken. Pas na herhaald contact met het allergeen treedt de eigenlijke allergische reactie op. Is de reactie acuut en levensbedreigend, dan is er sprake van een allergische anafylactische reactie (anafylaxie).

De IgE-antilichamen hechten zich aan het allergeen, bijvoorbeeld latex-deeltjes. Hierdoor worden bepaalde witte bloedcellen, zoals mestcellen, getriggerd om verschillende amines (zoals histamine, serotonine en prostaglandinen) uit te stoten. Deze stoffen geven vaatverwijding van bloedvaten in de huid, vernauwing van de bronchiën in de longen en afname van de hartactiviteit. De klachten ontstaan binnen een tiental minuten tot enkele uren na directe contact van de huid of slijmvliezen met latex. Het gevolg is het optreden van

  1. Neusklachten zoals loopneus, niezen, gezwollen neusslijmvlies
  2. Kortademigheid en soms piepende ademhaling
  3. Rode ogen
  4. Huidklachten zoals roodheid, warm worden, jeuk, galbulten (urticaria) etc.
  5. In ernstige gevallen bloeddrukdaling en shock

We kennen deze verschijnselen als constitutioneel eczeem, hooikoorts of astma. In veel gevallen hebben mensen hier een (erfelijke) aanleg voor.

Lees ook: Overgevoeligheid door allergie van het directe type

Type 4 allergie of vertraagde allergie

Bij deze allergie worden T-lymfocyten geactiveerd, de zogenaamde T-helpercellen (Th-cel) en de cytotoxische T-cellen (Tc-cel). Deze activatie brengt de productie van verschillende cytokinen op gang die de veroorzakende stof of agens onschadelijk maken, maar ook weefselschade geven. Deze reactie van het immuunsysteem is vooral gericht op lichaamsvreemde cellen, zoals bij een virusinfectie, een bloedtransfusie of een transplantatie. Aan de ene kant is de reactie gericht op het doden van deze vreemde cellen via stoffen en cellen die de binnendringende cellen doden. Aan de andere kant kan ook een overgevoeligheidsreactie optreden waarbij chemische signalen de lymfocyten en macrofagen activeren en een soort ontstekingsreactie ontstaat die weefselschade kan gegeven. Meestal uit dit zich in het ontstaan van eczeem: rode, geïrriteerde en jeukende huid. Deze reactie is trager dan bij allergie type 1 en wordt dan ook aangeduid met vertraagde allergie.

In gepoederde handschoenen zit maïszetmeel. Hoewel je ook hier allergisch op kunt reageren is de combinatie van maiszetmeel met latexeiwitten er meestal de oorzaak van dat mensen klachten van de luchtwegen kunnen krijgen door het inademen van het poeder. De latexeiwitten gaan met het stuivende poeder de lucht in.

Een ander vervelend kenmerk van latexallergie is dat er nogal wat kruisreacties mogelijk zijn met andere stoffen. Het gaat dan vaak om voedingsallergenen, met name voor fruit zoals bananen, kiwi’s, jackfruit, kastanjes, avocado’s, cassave en kerrie. Naar schatting 40% van de mensen met een latexallergie ontwikkelen een latex-fruitallergie.

Lees ook Jackfruit allergie nog zeldzaam

Diagnostiek latexallergie

De diagnostiek begint met een goede klinische anamnese met aandacht voor klachten en al bekende allergieen.

Type I
Wanneer de klachten passen bij een type 1 latexallergie wordt vaak bloedonderzoek gedaan waarbij onder meer gekeken wordt naar latex specifieke IgE-antilichamen. Hiermee kan 70-80% van de gevallen worden aangetoond. Ook kan er een huidpriktest worden uitgevoerd. Daarbij wordt op de huid een druppeltje aangebracht, waarin het allergeen is opgelost. Hierna prikt de specialist met een fijn naaldje door dit druppeltje in de huid. Als er vervolgens een rood bultje ontstaat, is de test positief en is sprake van overgevoeligheid voor de geteste stof.

Type IV
Wanneer de klachten passen bij een type 4 allergie kan de diagnose bevestigd worden met behulp van plakproeven. Hierbij worden pleisters met allergenen op uw rug aangebracht. Deze pleisters moeten 36 tot 72 uur blijven zitten. Na het verwijderen van de pleisters vertoont de huid wel of geen allergische reactie. De meeste plakproeven worden gedaan op de polikliniek dermatologie.

Als de serologie en de huidtesten onvoldoende duidelijkheid geven, kan het soms nodig zijn om een provocatietest uit te voeren. Hierbij wordt de patiënt onder gecontroleerde omstandigheden blootgesteld aan de verdachte stof. Hoewel dit geldt als de gouden standaard in de diagnostiek, is dit niet zonder risico. Er kan namelijk een anafylactische shock optreden die levensbedreigend kan zijn.

Ten slotte zijn er nog diverse andere testmogelijkheden waarbij vastgesteld kan worden voor welk latexeiwit iemand overgevoelig is geworden, maar uitleg daarover voert te ver voor dit verhaal.

Vόόrkomen van latex allergie

In een recent artikel (Parisi et al. 2021) wordt een overzicht gegeven van het vόόrkomen van latexallergie in verschillende bevolkingsgroepen en beroepen. Hieruit wordt duidelijk dat mensen die frequent en intensief contact hebben met latex producten een hoger risico lopen op latex allergie. Wanneer gekeken wordt in de algemene bevolking worden percentages overgevoeligheid voor latex gevonden van minder dan 1% tot bijna 8%. Het percentage hangt sterk af van de onderzoeksopzet. Specifieke groepen met regelmatig contact met latex laten echter percentages zien van 3 tot 64%, afhankelijk van de beroepen die worden uitgeoefend. Bij tandartsen ligt het percentage dicht bij 30% overgevoeligheid, bij chirurgen circa 50% en bij andere artsen circa 15%. Voor verpleegkundigen varieert het tussen 25 en 50%.

Beroepen met frequent contact met latex:
  • artsen, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers
  • werknemers in de voedingsmiddelenindustrie
  • werknemers van restaurants en catering
  • huishoudelijk personeel
  • kappers
  • werknemers in de rubberindustrie
  • veiligheidspersoneel, douane, politie, brandweer, ambulancemedewerkers
  • bouwvakkers
  • schilders
  • medewerkers in de uitvaartbranche
  • bloemisten

Preventie van latexallergie

Om latexallergie terug te dringen is het van groot belang om de blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen. Dat betekent dus ook aandacht hiervoor op de werkplek. Er zijn al veel studies die aantonen dat het vermijden van gepoederde latex handschoenen in de gezondheidszorg het latexprobleem drastisch hebben verminderd. Er zijn zelfs aanwijzingen dat al overgevoelig geworden mensen die latex weten te vermijden na verloop van tijd minder heftig zullen reageren als ze er per ongeluk toch mee in aanraking komen.

Ben je eenmaal overgevoelig voor latex, dan moet je latex vermijden om klachten te voorkomen. Dat geldt dus voor huidcontact en contact met slijmvliezen en luchtwegen. Bij een ernstige allergische reactie is noodmedicatie nodig, zoals een adrenaline auto-injector.

Alternatieven voor latex handschoenen

Nitril handschoenen zijn gemaakt van synthetisch rubber en worden vaak gebruikt als alternatief voor latex handschoenen wanneer iemand allergisch is voor latex. Ook zijn ze sterker dan latex handschoenen, waardoor ze geschikt zijn voor meermalig gebruik.

Vinyl handschoenen zijn gemaakt van PVC. Van de drie verschillende materialen is vinyl het minst sterke materiaal en dit biedt dus de minste bescherming. Net als nitril is vinyl een goed alternatief voor latex handschoenen in het geval van een allergie.

Polyethyleen (PE) handschoenen zijn gemaakt van kunststof en geschikt voor simpele klusjes. Daarom worden ze vaak door kappers gebruikt tijdens het verven van haren. Polyethyleen handschoenen hebben een ruime pasvorm en zijn daarom niet geschikt voor nauwkeurige werkzaamheden. Daarentegen passen ze wel bijna altijd, waardoor ze erg geschikt zijn voor eenvoudige klusjes.

Bronnen

www.huidarts.com

https://nl.wikipedia.org/wiki/Allergie#Type_IV

Parisi, C. A., Kelly, K. J., Ansotegui, I. J., Gonzalez-Díaz, S. N., Bilò, M. B., Cardona, V., … & Yañez, A. (2021). Update on latex allergy: New insights into an old problemWorld Allergy Organization Journal14(8), 100569.