- Werken en cognitief verminderd functioneren
- Beroepsblootstelling en hersenziekten
- Werkstress en cognitief functioneren
- Pesticiden en Parkinson actueel
Twee jaar geleden schreef ik een artikel over het verhoogde risico op de ziekte van Parkinson bij blootstelling aan pesticiden. In dit artikel (“Bestrijdingsmiddelen en de ziekte van Parkinson“) werd het systematische literatuuronderzoek besproken van Gunnarson en Bodin. Zij vonden een gewogen relatief risico van 1,67. In 2019 deden ze dit nog eens over, nu met aandacht voor verschillende neurodegeneratieve aandoeningen. Ook nu blijkt beroepsmatige blootstelling aan pesticiden gerelateerd aan de ziekte van Parkinson met een relatief risico van 1,66 (95% BI 1,42–1,94) .

Zembla uitzending
Momenteel is het onderwerp weer actueel door de Zembla-uitzending van donderdag 19 september 2019. Die gaat over het opvallend hoge aantal gevallen van Parkinson in relatie tot blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Voor wie deze toch wel indrukwekkende uitzending niet gezien heeft, is hier de link om het terug te kijken.
Professor Roel Vermeulen laat in de uitzending een grafische weergave (forest plot) zien van een door zijn groep uitgevoerd systematisch literatuuronderzoek. Ook daarin blijkt over alle studies samen een 60% verhoogd risico op Parkinson. Voor zover ik kan nagaan komt de grafiek die uit een artikel uit 2012 van Van der Mark et al. In het artikel wordt uit 39 studies een gewogen relatief risico berekend van 1,62. De onderzoekers gaan uitgebreid in op de problemen van het samenvoegen van de behoorlijk heterogene studies. Met name de wijze waarop de blootstelling aan pesticiden is ingeschat, loopt sterk uiteen.
Kloof
Wat mij opvalt in de uitzending is de kloof die gaapt tussen de klinische geneeskunde en de onderzoekers die zich bezighouden met de risico’s van blootstelling in beroep en milieu. De wetenschappers stellen dat het na 20-30 jaar onderzoek wel duidelijk is dat blootstelling aan pesticiden het risico op Parkinson verhoogt. Maar deze kennis lijkt niet doorgedrongen in de kliniek.
De neuroloog van het UMCG, gespecialiseerd in Parkinson, is niet of nauwelijks bezig met het verzamelen van informatie over mogelijke oorzaken van buiten via zijn patiënten. Er is naar mijn idee geen systematische aandacht voor de arbeidshistorie van patiënten met Parkinson of met andere neurodegeneratieve aandoeningen. In de informatie gericht op patiënten die online te vinden is, stelt men meestal dat de oorzaak van Parkinson niet bekend is. Of het afsterven van de cellen in de substantia nigra wordt als oorzaak genoemd, zonder in te gaan op het hoe en waarom van dit afsterven.
Terwijl in onderzoeksinstituten en laboratoria veel onderzoek gedaan wordt naar de onderliggende mechanismen bij het ontstaan van neurodegeneratieve aandoeningen. Daarbij is men het er over eens dat het wel moet gaan om een samenspel van genetische factoren en omgevingsinvloeden. Dat laatste moet je breed zien; het gaat om zowel blootstelling vanuit milieu en werk als om de invloed van leefstijlfactoren als roken, voeding, beweging etc. Veel onderzoek is experimenteel (testen, dierproeven, weefselonderzoek, moleculaire biologie etc.) en een kleiner deel epidemiologisch van aard (onderzoek waarin groepen worden vergeleken om risicofactoren van ziekten op te sporen). Er is nauwelijks sprake van het bestuderen van individuele ziektegevallen.
Verbanden leggen
In de kliniek kennen artsen niet alle onderzoek vanuit de etiologie en in de wetenschap ontbreekt soms het zicht op de patiënten. En dat is jammer, want voor het leggen van een verband tussen ziekte en blootstelling zijn beiden nodig. Het gat zowel om klinische interesse in de ziekte als om een wetenschappelijk kijk op blootstelling en onderliggende biologische mechanismen. Natuurlijk blijft het een groot probleem om in een individueel geval de link te leggen tussen bijvoorbeeld de blootstelling aan pesticiden en het ontstaan van Parkinson. Niet in de laatste plaats omdat daarbij informatie uit groepsonderzoeken en dierproeven wordt toegepast op het individu.
Maar als het gaat om grotere groepen zoals beroepsgroepen of bewoners van een bepaald gebied is meer mogelijk. Mits dat op een goede manier in kaart wordt gebracht. Dat levert dan informatie op die bruikbaar is bij de (her)beoordeling van pesticiden. Want toegelaten middelen zijn weliswaar goedgekeurd voor gebruik, maar de kennis over de gevolgen op de (zeer) lange termijn is meestal beperkt beschikbaar. Daarom is ook bij deze stoffen een “postmarketing surveillance” van belang. Een registratie van later optredende bijwerkingen in analogie met het systeem dat voor geneesmiddelen bestaat. Dit kan behulpzaam zijn bij het ook op langere termijn beoordelen van de veiligheid van pesticiden in het dagelijks gebruik.
Als we er niet in slagen kliniek en wetenschap dichter bij elkaar te brengen, zullen we keer op keer worden overvallen door situaties als in de Zembla documentaire worden beschreven. Situaties waarin mensen slachtoffer dreigen te worden van beroepsmatige blootstelling zonder dat ze ergens kunnen aankloppen voor goede zorg en een adequate aanpak van het probleem.
Bronnen:
Scand J Work Environ Health 2017;43(3):197-209 by Gunnarsson L-G, Bodin L
Parkinson’s disease and occupational exposures: a systematic literature review and meta-analyses
Gunnarsson LG, Bodin L. Occupational Exposures and Neurodegenerative Diseases-A Systematic Literature Review and Meta-Analyses. Int J Environ Res Public Health. 2019 Jan 26;16(3):337. doi: 10.3390/ijerph16030337. PMID: 30691095; PMCID: PMC6388365.
Marianne van der Mark, Maartje Brouwer, Hans Kromhout, Peter Nijssen, Anke Huss and Roel Vermeulen Is Pesticide Use Related to Parkinson Disease? Some Clues to Heterogeneity in Study Results Environmental Health Perspectives volume 120 | number 3 | March 2012