Waarom krijgt de een PTSS en de ander niet?

militair in actieOnder militairen en andere professionals die te maken krijgen met traumatische situaties die grote stress veroorzaken, mag het posttraumatisch stress syndroom (PTSS) worden beschouwd als een beroepsziekte. Nederlands onderzoek licht nu een tipje van de sluier op wanneer het gaat om de vraag waarom de een in een dergelijke situatie wel PTSS-klachten krijgt en de ander niet. De oorzaak lijkt te liggen in ons genetisch materiaal en met name in de manier waarop dat reageert op grote stress.

Uit onderzoek van de universiteit Maastricht blijkt dat het DNA van militairen die na uitzending naar een oorlogsgebied PTSS-klachten ontwikkelden,  minder goed beschermt tegen traumatische ervaringen. Het was al bekend dat genetisch materiaal meetbare veranderingen vertoont na het doormaken van schokkende gebeurtenissen. Maar bij militairen die PTSS-klachten ontwikkelden, waren deze aanpassingen in het DNA niet of nauwelijks te zien. Het gaat daarbij om epigenetische veranderingen die zijn te meten in het bloed. Met epigenetische veranderingen wordt gedoeld op het verschijnsel dat genen onder druk van omgevingsfactoren ‘aan’ of ‘uit’ kunnen worden gezet. Zo verandert de functie van een gen zonder dat zijn code verandert. Het wordt wel eens vergeleken met het uitvoeren van een muziekstuk door verschillende muzikanten: de noten zijn hetzelfde, maar de muziek is anders. Twee mensen kunnen  dus eventueel genetisch identiek zijn, maar epigenetisch verschillend.

Een en ander blijkt uit een omvangrijke studie door een internationale groep wetenschappers van het Ministerie van Defensie, het UMC Utrecht, de Universiteit Maastricht en het Veteran Affairs Medical Center, in samenwerking met de Universiteit van San Diego in Californië. De onderzoekers namen bloedmonsters af van zo’n honderd Nederlandse militairen vlak voordat zij deelnamen aan de ISAF-missie in Afghanistan en zes maanden nadat zij waren teruggekeerd. In het laboratorium onderzochten de wetenschappers de afgenomen bloedmonsters op epigenetische aanpassingen in het DNA. Dit bloedonderzoek toonde aan dat militairen die PTSS-klachten ontwikkelden minder epigenetische veranderingen vertoonden op specifieke plaatsen van het DNA. Deze bevindingen bij Nederlandse militairen komen overeen met de resultaten gevonden in een groep Amerikaanse mariniers, eveneens na uitzending naar Afghanistan.

De onderzoeksresultaten over zogenoemde epigenetische veranderingen in het DNA bij militairen na blootstelling aan oorlogstrauma zijn recent gepubliceerd in het gerenommeerde vaktijdschrift Molecular Psychiatry:

Longitudinal analyses of the DNA methylome in deployed military servicemen identify susceptibility loci for post-traumatic stress disorder.

Rutten BPF1, Vermetten E2,3,4, Vinkers CH2, Ursini G5, Daskalakis NP6, Pishva E1, de Nijs L1, Houtepen LC2, Eijssen L1, Jaffe AE5, Kenis G1, Viechtbauer W1, van den Hove D1,7, Schraut KG7, Lesch KP1,7, Kleinman JE5, Hyde TM5, Weinberger DR5,8,9,10, Schalkwyk L11, Lunnon K12, Mill J12, Cohen H13, Yehuda R6, Baker DG14,15,16, Maihofer AX14,15,16, Nievergelt CM14,15,16, Geuze E2,3, Boks MPM2.  Mol Psychiatry. 2017 Jun 20. doi: 10.1038/mp.2017.120. [Epub ahead of print]

Meer informatie via https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/nieuws/dna-militairen-met-ptss-beschermt-minder-goed-tegen-trauma en http://www.volkskrant.nl/wetenschap/onderzoek-genen-spelen-mogelijk-rol-bij-ontstaan-van-posttraumatische-stressstoornis~a4504117/