Wandelen is gezond, hoe weten we dat?

Wandelen is een van de weinige sporten die profiteert van deze coronatijd met al zijn beperkingen. Zelden eerder was het zo druk in de natuur met wandelaars. Wandelen, en dan vooral buiten en in de natuur, wordt volop aangeprezen als een manier om zowel lichamelijk als geestelijk gezond te blijven. Op internet wemelt het van de artikelen die de voordelen van wandelen voor de gezondheid aanprijzen in korte of langere lijstjes. Het wordt in tv-programma’s aangemerkt als goed voor je brein. De door de Hersenstichting om die reden gelanceerde Ommetjes app is er enorm populair door geworden. Het klinkt allemaal heel plausibel, maar ik vroeg me af of en hoe al deze gezondheidsclaims eigenlijk wetenschappelijk onderbouwd zijn.

Het is dan niet meteen duidelijk waar je zou moeten beginnen. Na wat zoeken heb ik echter een artikel uit 2018 gevonden. Via dit artikel, 11 wetenschappelijk redenen waarom meer tijd in de natuur doorbrengen goed voor je is, ben ik op zoek gegaan naar de onderbouwende literatuur.

De in het artikel genoemde redenen zijn achtereenvolgens:

  1. Het verbetert je kortetermijngeheugen
  2. Natuur is goed tegen stress
  3. Tijd buiten doorbrengen is goed tegen ontstekingen
  4. Ook tegen oververmoeidheid is Moeder Natuur een goede remedie
  5. Een stevige outdoorervaring vermindert gevoelens van angst en depressie
  6. Buiten zijn is misschien ook wel beter voor je ogen
  7. Het verbetert je concentratievermogen
  8. Na een tijd buiten presteer je beter op creatieve taken
  9. Het verlaagt je bloeddruk
  10. Goed voor je immuunsysteem: het bos
  11. Lager risico op een vroegtijdige dood

Ik ga hier de onderbouwende literatuur bij zoeken en samenvatten. Als je op de bovenstaande links klikt kom je in het bericht waarin ik de wetenschappelijk literatuur bespreek die de reden al of niet onderbouwen. Dat is nogal wat werk, dus er komt steeds een link bij. Vandaag alleen 1.