Loodvergiftiging klinkt als iets uit het verleden en we kennen het ook al heel lang. Al in de tweede eeuw voor Christus was in Griekenland bekend dat teveel lood leidt tot neurotoxische effecten: “lead makes the mind give way” . De “vader” van de bedrijfsgeneeskunde Ramazzini beschrijft al de kenmerken van loodvergiftiging bij schilders en pottenbakkers. Lange tijd was loodvergiftiging ook beperkt tot beroepsmatige blootstelling.

In een recent gepubliceerd artikel laat Philip Landrigan echter zien dat er nog altijd grote gezondheidsproblemen ontstaan door blootstelling aan lood. Hij beschrijft bijvoorbeeld hoe lood van een beroepsgebonden probleem een meer uitgesproken volksgezondheidsprobleem werd. Dat begon toen men lood ging toevoegen aan benzine rond 1920. Dit was een van de oorzaken van verspreiding van lood in water en bodem. Nu werd het ook een probleem voor met name de ontwikkeling van kinderen.
Het gebruik van lood is in de afgelopen decennia weliswaar verschoven naar andere toepassingen, maar stijgt wereldwijd nog altijd. Vooral de groeiende behoefte aan batterijen en accu’s speelt daarbij een rol. De blootstelling van de algemene bevolking is wel sterk afgenomen sinds benzine weer loodvrij is, loden waterleidingen steeds minder voorkomen en lood is verboden in allerlei consumentenproducten.
Sterfte gerelateerd aan lood in bloed
Hoewel lood invloed heeft op allerlei orgaansystemen, kijkt Landrigan in zijn artikel vooral naar hart en bloedvaten. Een hoge blootstelling kan leiden tot hoge bloeddruk, hartklachten, beroerte of chronische nieraandoeningen. Een recent onderzoek van Lanphear et al. onder een representatieve groep van 14.289 volwassenen in de Verenigde Staten geeft hierover meer informatie. De groep name deel aan de “Third National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES-III)” tussen 1988 en 1994 en werd gevolgd tot eind 2011.

Lanphear et al. keken naar het lood in bloed gehalte bij het begin van de studie en de oorzaken van overlijden in de jaren van follow-up. Gemiddeld had de groep een lood in bloed waarde van 2,71 μg/dL (SE 1,31), maar de sterfte hing nauw samen met de hoogte daarvan. Ten opzichte van de sterfte ten gevolge van alle oorzaken in de groep met de 10% laagste waarden (1,0 μg/d L) had de groep met de hoogste lood in bloed waarden (6,7 μg/dL)
- een 37% verhoogd risico (Hazard Ratio HR = 1,37 met 95% betrouwbaarheidsinterval van 1,17–1,60).
- een 70% verhoogd risico over overlijden aan hart- en vaatziekten, HR 1,70; 1,30–2,22)
- en een verdubbeling van de sterfte aan ischaemische hartziekten, HR 2,08, 1,52–2,85).
Verontrustend was dat een vergelijkbaar patroon aanwezig was wanneer alleen gekeken werd naar de mensen die bij aanvang een lood in bloed waarde hadden onder 5 μg/dL. Deze waarde wordt in het algemeen aangehouden als veilig. De onderzoekers schatten de bijdrage van lood aan de sterfte door alle oorzaken in de Verenigde Staten op 18% ofwel zo’n 412.000 doden per jaar. Dit cijfer ligt tienmaal hoger dan eerdere schattingen. Het aandeel van lood in de totale sterfte en in de sterfte door hart- en vaatzieken was hoge bij mensen jonger dan 50 jaar en bij niet-rokers.
Meer aandacht nodig voor omgevingsfactoren en milieuvervuiling
Volgens Landrigan werpen de uitkomsten ook een ander licht op de groei in sterfte door hart- en vaatziekten wereldwijd: 12,5% tussen 2005 en 2015, met de sterkste stijging in lage lonenlanden. Waar bij verklaringen vaak worden gewezen op bevolkingsgroei, veroudering en leefstijlfactoren als roken, voeding, alcohol en bewegingsarmoed, wordt in zijn ogen te weinig gekeken naar de blootstelling aan lood en andere vormen van milieuvervuiling. De invloed van blootstelling aan lood en andere vervuilende stoffen verdient meer aandacht als oorzaken voor de toename van niet-besmettelijke ziekten.
Bronnen
Philip J Landrigan Lead and the heart: an ancient metal’s contribution to modern disease The Lancet: March 12,
Lanphear BP, Rauch S, Auinger P , Allen RW , Hornung RW Low-level lead exposure and mortality in US adults: a population-based cohort study. Lancet Public Health. 2018; (published online March 12.)
Lees ook